hoe wordt het gemaakt:

Chocolade bestaat uit 3 dingen: Cacaomassa, cacaoboter en suiker

Cacaomassa halen ze uit de cacaoboon. De cacaoboon groeit aan een cacaoboom. Een cacaoboom groeit in tropische landen zoals in Afrika en       Zuid-Amerika. Na het plukken van de cacaobonen doen ze de cacaobonen in kisten en die bedekken ze dan met bananenbladeren. Dan kunnen de bacteriën het werk doen: Fermenteren of gisten. Daarna worden de bonen gedroogd en gaan ze naar de fabriek.

 

De cacaoboon

 

In de fabriek maken ze eerst de bonen schoon, ze halen dan de steentjes en takken weg. Daarna maken ze de boon stuk in speciale machines. Er blijven dan nog een paar dingen over: De schil en de kern. De kern is het belangrijkst, die wordt nibs genoemd. Die nibs branden ze, door het branden ontstaat de chocoladekleur en geur. Aan het einde worden de nibs nog een keer gemalen, daardoor ontstaat er een vloeibare bruine massa, de cacaomassa.

 

Cacao nibs

 

Aan de cacaomassa wordt 40-60% suiker en extra cacaoboter toegevoegd om chocolade te krijgen. En voor melkchocolade wordt extra melkpoeder toegevoegd. Alles samen gaat dan door een machine met twee rollers (walsen) dan wordt het verwarmd en geklutst het kan wel 3 dagen duren. Dan wordt de chocolade in de gewenste vorm gegoten en gekoeld. Na het stollen (hard maken) halen ze het uit de vorm. En als dat klaar is heb je chocolade.

 

Walsen